Performance Art

Ruby Keeler

Ruby Keeler (1909 -1993)

Toen ze een koormeisje was in New York City werd Ruby verzorgd en beschermd door een gangster genaamd Johnny Irish. Irish was een compagnon van speakeasy-eigenaar en dranksmokkelaar Owney Madden, die de eigenaar was van de wereldberoemde Cotton Club in Harlem, en een bondgenoot van de beruchte gangster Dutch Schultz. Irish had naar verluidt zelf geen romantische belangstelling voor Keeler, maar waakte over haar omdat ze erg jong was, enigszins naïef en ook van Ierse afkomst, net als hijzelf. Toen Al Jolson besloot om met Keeler te trouwen, ging hij naar Irish om hem van zijn bedoelingen te vertellen. Irish waarschuwde Jolson naar verluidt dat als hij haar ooit zou mishandelen, hij de overtreding met zijn leven zou bekopen.

When she was a chorus girl in New York City, Ruby was looked after and protected by a gangster named Johnny Irish. An associate of speakeasy owner and bootlegger Owney Madden, who owned the world-famous Cotton Club in Harlem, and an ally of notorious gangster Dutch Schultz, Irish ran Schultz’s nightspots for him. Irish reportedly had no romantic interest in Keeler himself but watched over her because she was very young, somewhat naive and also of Irish descent, like himself. When Al Jolson decided to marry Keeler, he went to Irish to tell him of his intentions. Irish allegedly warned Jolson that if he ever mistreated her he would pay for the transgression with his life.